Pagina's

zondag 10 juli 2011

Op zoek

Gisteren riep een meisje me:
"Kan je me helpen?"
Ik vroeg haar wat ik doen moest
om haar nood te stelpen.

Ze zei " ik heb overal gezocht,
in Parijs, New York en Londen,
maar datgene wat ik zocht,
heb ik niet gevonden."

"Wat zoek je dan?",
vroeg ik haar,
"is het zeldzaam,
is het raar?"

" 't is overal,
neen, zeldzaam is het niet,
maar waar ik ook zoek,
ik vind het niet!"

"Wat zoek je dan?
Vertel 't me gauw
Als ik het heb,
dan geef ik 't aan jou!"

"Dat kan je niet!
Jouw geluk kan je niet geven.
Je hebt het zelf nodig
om te leven!"

Ik fluisterde haar toe:
"Kom, ik geef je een hint:
GELUK is niet iets dat je zoekt,
't is iets dat je vindt!"

Adelheid Bekaert

dinsdag 24 mei 2011

Winnie the pooh - Februari


"Je moet wel respect hebben voor iemand die FEBRUARI kan spellen, ook al spelt hij het verkeerd"
~Konijn~

Dank je

dank je wel geleende schouder
dat ik even leunen mocht
dat ik even klein mocht wezen
dat een hand de mijne zocht

dank je wel troost zonder woorden
voor het simpel stille zijn
voor het trachten mee te dragen
van dezelfde zielepijn

woensdag 27 april 2011

Mijn geheim

Dit is mijn geheim. Het is heel eenvoudig: alleen met het hart kun je goed zien. Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar – De Kleine Prins

dinsdag 26 april 2011

Ongehoord

Wat ik niet zeggen kan
en niet kan schrijven
zal ergens diep in mij
toch bij me blijven

Ongehoord
maar in een lieve duisternis
verbergt zich iets
dat meer dan woorden is


- Toon Hermans -

Wil je

Als ik er
niet meer ben
wil je dan
wat voor me doen?
net zoveel van me houden
als toen.

Als ik er
niet meer ben
gestrooid over gras
wil je dan nog
zoveel van me houden
als toen ik er nog was. ?

-Annemiek-

Weggaan

Weggaan is iets anders dan het huis uitsluipen zacht de deur dichttrekken achter je bestaan en niet terugkeren. Je blijft iemand op wie wordt gewacht.

Weggaan kun je beschrijven als een soort blijven. Niemand wacht want je bent er nog. Niemand neemt afscheid want je gaat niet weg.

maandag 25 april 2011

De kleine prins

De kleine prins, afkomstig van een planeet, die hij alleen bewoonde met zijn schaap en een roos, is toevallig op aarde aangeland en heeft kennisgemaakt met een piloot die wegens een defect aan zijn vliegtuig, een noodlanding heeft moeten maken in de woestijn.

Het uur van afscheid is aangebroken, de Kleine Prins wil terug naar zijn planeet.

- Ik ga vandaag naar huis, zei hij.

En toen wat bedroefd: - Dat is ver en moeilijk...

Ik voelde wel dat er iets wonderlijks aan het gebeuren was. Ik sloot hem vast in mijn armen als een klein kindje en toch was het alsof hij loodrecht weggleed in een afgrond zonder dat ik er iets aan kon doen...
Ik wachtte lang. Ik voelde dat hij langzamerhand warm werd. Hij lachte zachtjes. En weer bekroop mij het gevoel van iets onafwendbaars. Ik begreep dat ik de gedachte niet kon verdragen zijn lach nooit meer te zullen horen. Die lach was voor mij een bron in de woestijn.

- Klein kereltje, ik wil je nog eens horen lachen...

Maar hij zei: - Van nacht is het een jaar geleden. Dan staat mijn ster precies boven de plek waar ik verleden jaar gevallen ben.

- Kereltje, zei ik, is niet alles een boze droom...

Maar hij beantwoordde mijn vraag niet en zei:

- Het belangrijkste kun je niet zien... Net als met de bloem bij mij thuis. Als je van een bloem houdt die op een ster woont, dan is het heerlijk om 's nachts naar de hemel te kijken - dan zijn alle sterren met bloemen versierd.

- Ja zeker...

- Je moet 's nachts naar de sterren kijken. De mijne is te klein om je te wijzen waar ze is. Dat is ook beter zo. Voor jou is dan mijn ster één van de vele sterren. Je zult het prettig vinden alle sterren te bekijken ... Alle sterren zullen je vrienden zijn. En ik zal je ook nog iets geven.

Hij lachte weer.

- Och kereltje, kereltje, wat hoor ik je graag lachen.

- Dat is juist mijn cadeau...

- Wat bedoel je?

- Voor mensen hebben sterren een verschillende betekenis. Voor sommige mensen dienen sterren als gids. Voor anderen zijn het alleen maar lichtjes. Weer anderen zien er grote vraagstukken in. Maar al die sterren zwijgen. Jij zult sterren hebben zoals niemand anders heeft...

- Wat bedoel je toch?

- Als jij 's nachts naar de hemel kijkt, zal het zijn alsof alle sterren lachen - omdat ik een ster bewoon en omdat ik lach.

En weer lachte hij.

- En als je eenmaal getroost bent (de mensen troosten zich altijd) dan zul je heel blij zijn dat je me gekend hebt. Je zult altijd mijn vriend zijn en je zult met me mee willen lachen. En dan zul je van tijd tot tijd voor je plezier het raam opendoen... En je vrienden zullen heel verbaasd zijn je te zien lachen als je naar de hemel kijkt. Dan zeg je tegen ze: "Ja, om de sterren moet ik altijd lachen."
En dan zullen ze denken dat je gek bent.

zondag 24 april 2011

Geheimpje!

Niet verder vertellen!
Niet verder vertellen!
Je houdt goed je mond, hoor
'het is een geheim!
'k Vind goed, dat je luistert,
maar niet, dat je fluistert,
ik plak je mond dicht met een druppeltje lijm.

Niet verder vertellen!
Niet verder vertellen!
Je mag het niet zeggen,
ik vind het niet goed.
Als de mensen het wisten
dan gingen ze twisten,
en als ik dat zie dan verlies ik de moed.

Niet verder vertellen!
Niet verder vertellen!
Je moet blijven zwijgen
omdat ik het wil.
Nee, nee, kleine Jantje,
gebruik je verstandje:
Je mag het niet zeggen, toe, wees nu maar stil.

Niet verder vertellen!
Niet verder vertellen!
Ik zeg het niet meer, hoor,
het is nu genoeg.
Geheimpjes verklappen
dat kan ik niet snappen.
Niet verder vertellen, omdat ik het vroeg.

'n dag zonder jou

'n dag zonder jou
is een tuin zonder bloemen
een dag zonder jou
kun je geen dag meer noemen
een dag zonder jou
is een dag zonder licht
en dààrom is zo'n dag
geen gezicht

het huis is leeg en koud
als ik je stem niet hoor
de tafels, stoelen en het bed
het stelt geen moer meer voor
een boom zonder takken
'n hemel zonder blauw
m'n lief - dat is een dag
zonder jou

zaterdag 23 april 2011

Mag ik met je praten?

Mag ik met je praten?
Mag dat alsjeblieft,
Het is zo lang geleden,
Of vind je van niet?

Je was er maar even,
Nu ben je er niet,
Ik mis je heel erg,
En dat doet me verdriet,

Ik wil je graag zien,
Ik wil met je praten,
Maar dat gaat niet meer,
Dus moet ik je verlaten.

Maar dat wil ik niet,
Ik wil je niet verliezen,
Maar het is wel het beste,
Want ik mag niet voor je kiezen.

Ik wil je vergeten,
Ik weet dat het moet,
Want als ik niet meer aan je denk,
Dan voel ik mij weer goed.

Nu voel ik me rot,
En denk ik aan jou,
Terwijl ik je nooit echt heb gekend,
Maar toch hou ik van jou.

Tranen

Als tranen niet meer troosten
En de wind je verdriet niet met zich laat meedrijven
Dan is er dat immense verdriet
Het vervaagt misschien wel
Maar het verdwijnt niet
Het blijft eeuwig een plaatsje
In je gedachten en je hart veroveren
Het overmand je op soms onverwachte momenten
Het laat je even beseffen
Dat de wereld niet stilstaat
Ook al ben jij er nu niet meer
Alles gaat door
Ook zonder jou
Al proberen we dit tegen te houden
Het lukt niet
En dan kom je tot het besef
Alles gaat weer zijn gang
Zonder jou
Voor altijd

vrijdag 22 april 2011

Druppels

Druppels glijden over mijn gezicht,
Ze maken alles schoon,
Ze wissen alle sporen uit en
laten het kwade weg stromen.

Maar uiteindelijk heeft het geen zin,
Want door verdamping van de zon,
Zal het kwade mij weer bereiken,
En heb ik regen nodig om te overleven.

donderdag 21 april 2011

Een streep

Ik trok een streep;
tot hier,
nooit ga ik verder dan hier.
Toen ik verder ging
trok ik een nieuwe streep,
en nog een streep.
De zon scheen
en overal zag ik mensen,
en iedereen trok een streep
iedereen ging verder.

- Toon Tellegen-

Wat doe ik eigenlijk verkeerd.

Wat doe ik eigenlijk verkeerd
wat moet ik eigenlijk beginnen
heb ik dan nog niets geleerd
of moet ik blijven verzinnen

Ben ik dan zo hard aan het veranderen
of is het helemaal zo niet
wat denken eigenlijk de anderen
wat als iemand het ziet

Ik begin te reageren
ik begin kwaad te worden op iedereen
ik kan me niet verweren
iedereen wordt gemeen

Ligt het dan aan mij
of helemaal niet, wat doe ik nou
ben ik dan nooit helemaal vrij
of is er iets wat ik verkeerd doen zou

Moeilijk is het allemaal wel
en ik raak er niet door
alles gaat zo snel
maar ik weet het niet meer hoor

woensdag 20 april 2011

Droom

Als je naar me lacht
staat mijn wereld even stil
en, zonder iets te zeggen
verandert de dag in de nacht

Als je handen langs mijn lichaam gaan
voel ik een tinteling door m'n lijf
en even ben ik van de wereld
ben ik zo ver hier vandaan

Als je ogen naar me staren
smelt ik in die mooie groene zee
niets liever dan erin verdrinken
en die blik voorgoed bewaren

Als je hand in de mijne rust
voel ik me zo samen
als je naast me ligt te slapen
en me welterusten kust

Slaap maar zacht, mijn liefste
laat de morgen nu maar komen
ik heb jou, mijn wens vervult
nu kunnen we samen verder dromen..

dinsdag 19 april 2011

De kleine prins & de vos.

Er was eens een prins, die leefde op een ster.
Hij voelde zich er vreselijk alleen, en daarom ging hij naar de aarde, om vrienden te zoeken.
Toen hij op aarde gekomen was, ontmoette hij een vos.
"Hallo," zei de kleine prins, "wil je mijn vriendje zijn ?"'
"Ja, dat wil ik wel", zei de vos, "maar dat gaat zo maar niet:
dan moeten we eerst heel lang samen spelen, en eten, en samen ruzie maken ... "
En ze kwamen heel vaak bij elkaar en werden echte vrienden.
Toen kwam de dag dat de kleine prins weer terug moest naar zijn ster.
"0h," zei de vos, Ik moet huilen dat je weggaat "
Het is je eigen schuld," zei de kleine prins :
"jij wou dat we vriendjes zouden worden."
"Jazeker," zei de vos. " En nu moet je huilen
"Jazeker' zei de vos. 'Dus dan heb je er niets aan."
"Toch wel," zei de vos, "als ik voortaan naar zand kijk,
zal ik nu aan jouw mooie blonde haren denken en dat geeft een fijn gevoel.
Bij alles zal ik steeds aan jou kunnen denken, en dan zal ik me beter voelen.
En als ik je erg mis, en erom moet huilen, dan kijk ik naar de sterren,
en dan zie ik je toch : met mijn hart.
Want weet je, eigenlijk kun je nog het beste zien met je hart."

maandag 18 april 2011

Het spiegelglas

Er leefde eens heel lang geleden
een boertje werkzaam en tevreden,
aan weelde was hij niet gewend,
een spiegel had hij nooit gekend .

En eens toen hij aan het spitten was
vond hij een stukje spiegelglas.
Hij nam't in zijn vereelte hand
't zat onder't vuil en onder't zand.

Hij veegde't aan zijn broekspijp af
en keek er in, en stond toen paf.
Mijn vader zei hij, sapperloot,
die is al vele jaren dood .

Mijn vader, och die goeie man,
hij is het en hij kijkt me an .
Hoofdschuddend stak hij 't in z'n zak,
en bekeek het thuis op zijn gemak.

En hij begon te overleggen,
wat zijn vrouw ervan zou zeggen.
Ze was wat bazig zijn Katrien
en zou er wel om lachen misschien .

En omdat hij daar zo bang voor was,
verborg hij 't onder zijn matras.
Maar telkens ging hij er weer heen.
'Mijn vader,' zei hij dan tevreên .

Dat wekte argwaan bij z'n vrouw
die het hare er van weten wou,
en zodra hij weer de deur uit was,
zocht en vond zij 't spiegelglas .


Wat moet hij daarmee, peinsde zij,
er moet iets niet in orde zijn!
Zij wantrouwde zo haar goede Hein,
dat ze 't omkeerde en keek,
doch raakte toen geheel van streek.


Daar heb je 't nou, ik dacht het wel,
er is een andere vrouw in 't spel.
Mijn man, hij heeft geen hart in 't lijf,
waarom houdt hij van zo'n lelijk wijf ???

- Auteur onbekend - 

zondag 17 april 2011

Ik

Ik weet het: het mooiste zou zijn
als ik onvindbaar was
en altijd naar mijzelf bleef zoeken.
Hoe interessant zou dat niet zijn!
Maar ik ben zo vindbaar...
zo voor het rapen
doe het licht uit, struikel over mij!

- Toon Tellegen -

Tranen vallen

Een opkomende mist
Water als kristallen
Een ieder die zich vergist
Als zij haar tranen zien vallen

Denken

Eerst dacht ik: 'niet aan denken',
Dat heb ik toen gedaan,
maar twee seconden later,
dacht ik er toch weer aan.

Nee, zo eenvoudig is dat niet,
want weet je, wat je doet,
je denkt er ook aan als je denkt
dat j'er niet aan denken moet.

zaterdag 16 april 2011

Ik zal

Ik zal je troosten, als je komt met je verhaal,
totdat je 't leven weer een beetje aardig vindt.
Ik speel mijn rol, als stond ik voor een volle zaal,
maar als je weg bent, zal ik huilen als een kind.

Dromen, beetje zweven.

Niet je hele
lange leven
met je voetjes
op de grond


beetje dromen
beetje zweven
lijkt me ook
niet ongezond.

-Toon Hermans-

vrijdag 15 april 2011

Testament

Als ik dood ga, huil maar niet
ik ben niet echt dood moet je weten
het is de heimwee die ik achterliet,
dood ben ik pas als jij die bent vergeten.

En als ik dood ga, treur maar niet
ik ben niet echt weg moet je weten
het is het verlangen dat ik achterliet
dood ben ik pas als jij dat bent vergeten.

En als ik dood ga, huil maar niet
ik ben niet echt dood moet je weten
het is maar een lichaam dat ik achterliet
dood ben ik pas als jij mij bent vergeten
dood ben ik pas als jij mij bent vergeten

Herinnering

Die Erinnerung ist oft das Schönste im Leben,glaube ich..

Laat me huilen

Laat me één keer huilen,
Al is het maar heel kort,
Laat me iemand hebben,
Bij wie ik voor één keer mijn hart uitstort,
Laat me je vertellen,
Hoe ik werkelijk ben,
Laat me één keer mezelf zijn,
En niet telkens zoals jij me kent,
Laat me één keer huilen,
Al is het maar één keer,
Laat me door jou troosten,
Want alleen kan ik het niet meer,
Laat me huilen,
Alsjeblieft.

Laat me huilen

donderdag 14 april 2011

Ga je mee naar 'Het Land van je Ogen Dicht?'



Ga je mee naar 'Het land van je Ogen Dicht'?
Als je bijna slaapt, kun je gaan met je oogjes dicht.
Het maakt niet uit of je ligt of staat,
alles mag als je dromen gaat.
ga je mee naar 'Het land van je Ogen Dicht'?

Het is zo leuk in 'Het land van je Ogen Dicht'.
je kan er alles doen met een lach op je gezicht.
En iedereen speelt er zij aan zij,
ik met jou, en jij met mij.
Ga je mee naar 'Het land van je Ogen Dicht'?


Kijk omhoog,
't Is De Regenboog!

Voel de kleuren stralen door je mooie haren.

Vlieg om hoog,

Naar De Regenboog!

Voel de wind op je gezicht,

Maar hou je oogjes heel goed dicht.

Ga je mee naar 'Het Land van je Ogen Dicht?'
Ga je mee naar 'Het Land van je Ogen Dicht?'

Kijk omhoog,
't Is de regenboog!
Voel de kleuren stralen door je mooie haren.
Vlieg omhoog,
Naar de regenboog!
Voel de wind op je gezicht,
Maar hou je oogjes heel goed dicht..

Samen bij zonsondergang

Met het zand, nog heet onder mijn voeten,
Met de lucht, nog warm van de zon,
Met jouw hand, nog lief in de mijne,
Was het daar, waar onze vriendschap begon.

Met jouw blik, nog in mijn ogen,
Met jouw lichaam, zijdezacht,
Kon ik enkel nog maar dromen,
Naar een mooie, romantische nacht.

Samen kijkend naar de meeuwen,
Daar hoog in die rode lucht,
Wilde ik met jou en met geen ander,
Voor alles en iedereen op de vlucht.

Om voor altijd met jou te dromen,
Al luisterend naar het zeegezang,
Moest deze nacht oneindig duren,
Samen bij zonsondergang.

woensdag 13 april 2011

Before you, my life was like a moonless night.

Before you, my life was like a moonless night. Very dark, but there were stars, points of light and reason. ….And then you shot across my sky like a meteor. Suddenly everything was on fire; there was brilliancy, there was beauty. When you were gone, when the meteor had fallen over the horizon, everything went black. Nothing had changed, but my eyes were blinded by the light. I couldn’t see the stars anymore. And there was no more reason for anything.

Clowntje

Rode neus hoog in de lucht
Felgekleurde haren

Botsen, vallen en met een zucht
Tracht de clown zijn evenwicht te bewaren

Reuzenvoeten, reuzegroot
Vermoeilijkt het lopen

De clown roept hulp want zit in nood
komt kruipend aangekropen

Na een lang gevecht,staat hij weer recht
Maakt een leuke vreugdesprong

Struikelt weer, komt op de grond terecht
Bijt per ongeluk op zijn tong

Traantjes rollen, groot verdriet
Over clowntjes wangen

Verlegenheid verdwijnt wanneer hij ziet
hoe zijn streken lachend worden ontvangen

Vrolijkheid neemt bij hem toe
Clowntje is weer blij

Maar langzaamaan wordt hij moe
Zijn optreden is voorbij

Wuift nog even naar het publiek
Wenst hun goedenacht

verlaat hun stappend op luid muziek
Verlangend naar zijn bed dat op hem wacht

dinsdag 12 april 2011

Zal ik weggaan of blijven?

Zal ik weggaan?
Zal ik verdrietig worden en weggaan?
Zal ik het leven eindelijk eens onbelangrijk vinden,
mijn schouders ophalen
en weggaan?
Zal ik de wereld neerzette (of aan iemand anders geven),
denken:
zo is het genoeg
en weggaan?
Zal ik een deur zoeken,
en als er geen deur is, zal ik een deur maken,
hem voorzichtig opendoen
en weggaan- met kleine zachtmoedige passen?
Of zal ik blijven?

Zal ik blijven?

Toon Tellegen
Alleen liefde

Death

After your death you will be what you were before your birth

Als alles teveel wordt.

Als de zon je geen warmte meer geeft
Maar enkel de tijd nog laat leven
Als alles pijn doet, alles begeeft
's Morgens bibberen, 's avonds beven

Als je 's morgens naar de avond tracht
En deze dag liever had vermeden
Als de regen enkel nattigheid bracht
Het doen groeien werd vergeten

Dan is 't moment gekomen
't Moment gekomen om te gaan
Op zoek naar 't altijd wonen
En immer liggen, nooit meer staan

Donsjes

Er waren eens, een hele tijd geleden, twee mensen die gelukkig leefden en Tim en Maggie heetten; ze hadden twee kinderen, John en Lucy. Om te begrijpen hoe gelukkig ze waren, moet je begrijpen hoe de dingen in die dagen waren. Weet je, in die tijd kreeg iedereen na zijn geboorte een klein, zacht Donstasje. Iedere keer dat iemand zijn hand in dat tasje stopte, kon hij er een Warm Donsje uithalen. Warme Donsjes waren erg in trek, omdat steeds wanneer iemand een Warm Donsje kreeg, hij zich helemaal lekker warm en donzig voelde. Mensen die niet regelmatig Warme Donsjes kregen, liepen het gevaar een ziekte in hun rug te krijgen die verschrompeling en sterven veroorzaakte.

In die dagen was het erg gemakkelijk Warme Donsjes te krijgen. Iedere keer dat iemand er zin in had, kon hij naar iemand toe gaan en zeggen: 'Ik wil een Warm Donsje'. Je stak je hand in je tasje en haalde er een Donsje uit ter grootte van een meisjeshandje. Zodra het donsje het daglicht zag, glimlachte het en groeide het uit tot een groot, ruigharig, Warm Donsje. Je legde het dan op iemands schouder of hoofd of schoot; het rolde zich dan knus op, smolt zo zijn huid in en maakte dat hij zich helemaal lekker voelde.

Mensen vroegen elkaar altijd om Warme Donsjes, en aangezien iedereen ze altijd vrij kreeg, was het nooit een probleem om er genoeg van te krijgen. Er waren er altijd een heleboel en bijgevolg was iedereen gelukkig en voelde zich meestentijds warm en donzig.

Op een dag werd een kwade heks boos, omdat iedereen zo gelukkig was en niemand haar drankjes en zalfjes kocht. De heks was erg slim en maakte een gemeen plannetje. Op een mooie morgen sloop de heks naar Tim, terwijl Maggie met haar dochter aan het spelen was en fluisterde in zijn oor: 'Kijk eens Tim naar alle Donsjes die Maggie aan Lucy geeft. Weet je dat als ze daar mee doorgaat ze er tenslotte geen meer heeft en dat er dan niets meer voor jou overblijft?'. Tim stond paf. Hij draaide zich om naar de heks en zei: 'Bedoel je dat er in ons tasje niet elke keer als we onze hand erin stoppen een Warm Donsje is?'. En de heks zei: 'Nee, zeer zeker niet, en als je eenmaal niets meer hebt, dan is het uit. Dan heb je nooit meer iets.' Met deze woorden vloog de heks op een bezemsteel weg, terwijl ze de hele rit kakelend lachte.

Tim knoopte dit in zijn oren en begon notitie te maken iedere keer dat Maggie een Warm Donsje aan iemand anders afstond. Tenslotte werd bij erg bezorgd en kreeg hij het te kwaad, omdat hij erg hield van de Warme Donsjes van Maggie en hij ze niet wilde opgeven. Hij wist zeker dat het niet juist was van Maggie om al haar Warme Donsjes aan de kinderen en andere mensen te spenderen. Hij begon iedere keer dat hij Maggie een Warm Donsje aan iemand anders zag geven te klagen en omdat Maggie hem erg aardig vond, hield ze op zo vaak als vroeger Warme Donsjes aan andere mensen te geven en reserveerde ze ze voor hem. De kinderen zagen dit en al spoedig kregen ze het idee dat het verkeerd was Warme Donsjes weg te geven iedere keer dat erom gevraagd werd of als je er zin in had. Ook zij werden erg voorzichtig. Ze hielden hun ouders nauwlettend in het oog en steeds als ze voelden dat een van hun ouders teveel Donsjes aan anderen weggaf, begonnen zij ook bezwaren te maken. Ze begonnen zich bezorgd te voelen als ze zelf teveel Warme Donsjes weggaven. Zelfs hoewel ze iedere keer dat ze in hun tasje grepen een Warm Donsje vonden, grepen ze er steeds minder in en werden ze meer en meer geprikkeld.

Al snel begonnen mensen het gebrek aan Warme Donsjes op te merken en begonnen ze zich minder warm en donzig te voelen. Ze begonnen op te drogen en soms stierven mensen door gebrek aan Warme Donsjes. Steeds meer mensen gingen naar de heks om drankjes en zalfjes te kopen, zelfs als deze niet schenen te werken. Welnu, de situatie begon echt ernstig te worden. De slechte heks die dit allemaal had aan zitten kijken, wilde niet echt dat de mensen doodgingen [omdat dode mensen geen zalfjes en drankjes konden kopen], dus maakte ze een nieuw plan. Iedereen kreeg een tas die erg op het Donstasje leek, behalve dat dit koud was, terwijl het Donstasje warm was. In de tas van de heks zaten Koude Stekels. Deze Koude Stekels lieten mensen zich niet warm en donzig voelen, maar in plaats daarvan koud en stekelig. Ze voorkwamen dat de rug van mensen uitdroogde.

Dus van toen af aan iedere keer dat iemand zei 'Ik wil een Warm Donsje' zeiden mensen die bezorgd waren om hun voorraad uit te putten. 'Ik kan je geen Warm Donsje geven, maar heb je zin in een Koude Stekel?' Soms liepen twee mensen naar elkaar toe en dachten een Warm Donsje te krijgen, maar een van de twee veranderde dan van gedachten en ze gaven elkaar dan een Koude Stekel. Zo was het eind van het liedje dat hoewel er maar weinig mensen stierven, heel wat mensen nog ongelukkig waren en zich nog steeds koud en stekelig voelden. De situatie werd erg ingewikkeld, omdat sinds de komst van de heks er steeds minder Warme Donsjes in omloop waren; dus werden Warme Donsjes, waarvan men dacht dat ze van de lucht waren, uiterst waardevol. Dit was er de oorzaak van dat mensen allerlei dingen deden om ze te krijgen. Voordat de heks was verschenen, kwamen mensen in groepjes van drie of vier bij elkaar, terwijl ze zich nooit zorgen maakten wie Warme Donsjes gaf aan wie. Na de komst van de heks begonnen mensen zich in paren af te zonderen om al hun Warme Donsjes uitsluitend voor elkaar te reserveren. Mensen die dat vergaten en een Warm Donsje aan iemand anders gaven, voelden zich onmiddellijk schuldig erover, omdat ze wisten dat hun partner boos zou zijn over het verlies van een Warm Donsje. Mensen die geen partner konden vinden, moesten Warme Donsjes kopen en moesten lange uren werken om dat geld te verdienen.

Sommige mensen werden op de een of andere manier 'populair' en kregen een heleboel Warme Donsjes zonder dat ze deze hoefden terug te geven. Deze mensen verkochten deze Warme Donsjes dan aan mensen die 'impopulair' waren en deze nodig hadden om voort te bestaan. Iets anders wat gebeurde was, dat sommige mensen Koude Stekels namen - die onbeperkt en vrij beschikbaar waren - deze wit schilderden en bekleedden en ze dan doorgaven als Warme Donsjes. Deze namaak Warme Donsjes waren in werkelijkheid Plastic Donsjes, en ze veroorzaakten dan ook overeenkomstige moeilijkheden. Twee mensen kwamen bijvoorbeeld bij elkaar en wisselden vrij Plastic Donsjes uit, waarvan ze aannamen dat ze goed voelden, maar het gevolg was dat ze zich slecht voelden. Omdat ze dachten dat ze Warme Donsjes hadden uitgewisseld, raakten ze hierover zeer in de war, terwijl ze zich nooit realiseerden dat hun koude stekelige gevoelens in werkelijkheid het gevolg waren van het feit dat ze een heleboel Plastic Donsjes gekregen hadden.

Daarom was de situatie zeer, zeer triest en het begon allemaal door de komst van de heks die de mensen deed geloven dat ze op een dag waarvan ze dat bet minst verwachtten, in hun tasje zouden grijpen en er geen Warme Donsjes meer in zouden vinden.

Niet zo lang geleden kwam een jonge vrouw met brede heupen die geboren was onder het teken Waterman naar dit ongelukkige land. Ze scheen niet van de slechte heks gehoord te hebben en was niet bezorgd dat de Warme Donsjes zouden opraken. Ze gaf ze vrijelijk weg, zelfs als er haar niet om gevraagd werd. Ze noemden haar de Heup-vrouw [noot v.d. vert.: in het Engels staat Hip Woman, als woordspeling op de Hippiebeweging) en namen haar dat kwalijk, omdat ze de kinderen het idee gaf dat ze zich geen zorgen moesten maken dat de Warme Donsjes ooit op zouden raken. De kinderen hielden erg veel van haar, omdat ze zich in haar omgeving lekker voelden en ze begonnen Warme Donsjes weg te geven wanneer ze er maar zin in hadden.

De volwassenen werden bezorgd en besloten een wet te maken om de kinderen ertegen te beschermen dat ze hun voorraad Warme Donsjes uit zouden putten. De wet bepaalde dat het een misdaad was om roekeloos Warme Donsjes uit te geven, zonder vergunning. Maar veel kinderen schenen er niets om te geven; en ondanks de wet gingen ze door elkaar Warme Donsjes te geven wanneer ze er maar zin in hadden, en altijd als hen erom gevraagd werd. Omdat er veel, erg veel kinderen waren, bijna net zoveel als volwassenen, begon het erop te lijken dat ze hun zin zouden krijgen.

Op dit moment is het moeilijk te zeggen wat er gaat gebeuren. Zullen de volwassen krachten van orde en gezag de roekeloosheid van de kinderen stoppen? Gaan de volwassenen mee met de Heupvrouw en de kinderen door het risico te nemen dat er altijd zoveel Warme Donsjes zijn als nodig is? Zullen ze zich de dagen herinneren die hun kinderen proberen terug te brengen, toen er een overvloed aan Warme Donsjes bestond, omdat de mensen ze vrij weggaven?

maandag 11 april 2011

Sprekende ogen

"Sprekende ogen, Al zeggen ze niets, Over de verborgen persoon, Die erachter schuilt."

Misschien wisten zij alles.

We moeten elkaar een tijdje niet zien,’ zei de mier.

‘Waarom niet?’ vroeg de eekhoorn verbaasd.

Hij vond het juist heel gezellig als de mier zo maar langs kwam.
Hij had zijn mond vol pap en keek de mier met grote ogen aan.

‘Om erachter te komen of we elkaar zullen missen,’ zei de mier.

‘Missen?’

‘Missen. Je weet toch wel wat dat is?’
‘Nee,’ zei de eekhoorn.
‘Missen is iets wat je voelt als iets er niet is.’
‘Wat voel je dan?’
‘Ja, daar gaat het nou om.’
‘Dan zullen we elkaar missen,’ zei de eekhoorn verdrietig.
‘Nee,’ zei de mier, ’want we kunnen elkaar ook vergeten.’
‘Vergeten! Jou?!’ riep de eekhoorn.
‘Nou,’ zei de mier, ‘schreeuw maar niet zo hard.’

De eekhoorn legde zijn hoofd in zijn handen.
‘Ik zal jou nooit vergeten,’ zei hij zacht.

‘Nou ja,’ zei de mier. ‘Dat moeten we nog maar afwachten. Dag!’

En heel plotseling stapte hij de deur uit en liet zich langs de stam van de beuk naar beneden zakken.
De eekhoorn begon hem onmiddellijk te missen.

‘Mier,’ riep hij, ‘ik mis je!’ Zijn stem kaatste heen en weer tussen de bomen .
‘Dat kan nu nog niet!’ zei de mier. ‘Ik ben nog niet eens weg!’
‘Maar toch is het zo!’ riep de eekhoorn.

De volgende middag hield hij het niet langer uit en ging de eekhoorn naar buiten.
Maar hij had nog geen drie stappen gedaan of hij kwam de mier tegen, moe, bezweet, maar tevreden.

‘Het klopt,’ zei de mier. ‘Ik mis jou ook. En ik ben je niet vergeten.’
‘Zie je wel,’ zei de eekhoorn.
‘Ja,’ zei de mier.

En met hun armen om elkaars schouders liepen zij naar de rivier om naar het glinsteren van de golven te gaan kijken.

Twee lepeltjes in een doosje.

Twee lepeltjes in een doosje,
die lagen daar zoet en stil.
Ze lagen daar al een poosje,
de hele maand april.

Ze lagen daar maar te praten
met een heel verdrietig gezicht.
Ze voelden zich zo verlaten,
het doosje bleef altijd dicht.

Wie wil er met ons roeren
in koffie of in thee
of 't kindje pap met ons voeren,
zo riepen ze alle twee.

En kwam er toen iemand? Ja zeker
en toen, toen mochten ze elk
roeren in een beker
met chocolademelk!

Els de Schepper - Treur niet



Dit was geen afspraak voor altijd, dit was niet voor het leven; Het was een onbezonnen reis, ze had geen doel, geen leven. Het was een vluchtig paradijs, niet iets wat tot ons doordrong. Het was een vluchtig paradijs, ze had geen doel, geen oorsprong. Jij leidt jouw leven en ik dat van mij. Maar dit blijft van ons allebei… een paar seconden geleden

Liefste treur niet als je me niet weer ziet. Weet dat je me bij blijft voor altijd. Liefste treur niet, weet dat dit nooit fout liep. Deze liefde leeft voorgoed in mij. We dreven samen naar het vuur, tot aan de diepste einder. Een reis zo tolmeloos en puur, ik voel je zo dichtbij me. Zei jij tot ziens of toch vaarwel? Was dit een open einde? Het maakt niets uit, het is niet van tel.. Ons valt niets te verwijten. Zoveel genoten. Meer dan volmaakt. Weet dat ik jou niet verlaat.!

Liefste treur niet als je me niet weer ziet. Weet dat je me bij blijft voor altijd. Liefste treur niet, weet dat dit nooit fout liep. Deze liefde leeft voorgoed in mij. Oooh… wat een nacht. Jij was mijn held, mijn leven. Oooh… wat een nacht. Dit werd veel meer dan dit kon zijn… Lalalal… Liefste treur niet als je me niet weer ziet. Weet dat je me bij blijft voor altijd. Er gebeurt iets, als ik je voor mij zie. Iets dat in mij leeft en nooit verdwijnt

Mijn dood

Ik dacht dat hoog in de lucht
mijn dood werd bewaard
in een zwarte ketel op een vuur
dat af en toe werd opgepord.
Op een keer zou mijn dood overkoken,
naar beneden stromen.
Ik had die gedachte op de hoek
van een bepaalde straat
op weg naar school.
Ik keek daar vaak omhoog
met een eigenaardig gevoel in mijn keel.
Ik zag nooit iets anders dan wolken, kraaien
of een meeuw.
Maar ik wist dat dat vuur daar brandde,
ik kon het sissen en pruttelen horen
en dacht: nu, nu misschien...
telde tot drie
en liep weer door.
Ik was bijna morsdood,
maar ik leefde nog.

- Toon Tellegen -